MBO Verpleegkundige

In deze module ga je kennismaken met de loopbaanbegeleider. Je loopbaanbegeleider begeleidt je tijdens je opleiding. Onder begeleiden wordt in dit verband verstaan het geven van aanwijzingen en doen van suggesties ter ondersteuning en verbetering van je studiebezigheden. Daarnaast helpt de loopbaanbegeleider je op weg me je BPV. 

In deze module leert u na te denken over uw eigen loopbaan en over uzelf. Een loopbaan is een reeks van alle banen en functies die u gedurende uw werkende leven hebt. Dit zijn ook tijdelijke banen, vrijwilligerswerk, bijbanen en vakantiewerk. Uw loopbaan is van uzelf en u kunt hier zelf regie over nemen. Alles wat u leert, zal u helpen om uzelf beter te presenteren tijdens sollicitaties en om werk te vinden dat goed bij u past. 

In deze module leert u kennis en vaardigheden om aan de hand van vier dimensies op een kritische manier te kijken naar de plaats die u als wereldburger inneemt in de maatschappij. U gaat ook kijken naar de manier waarop u binnen de maatschappij functioneert. Hierbij worden de eigen rechten en plichten gekend en worden de rechten van een ander gerespecteerd. De module is opgebouwd aan de hand van vier dimensies: 

• politiek-juridisch 
• economisch 
• sociaal-maatschappelijk 
• vitaal burgerschap. 

In deze module start je me je beroepspraktijkvorming (BPV) en pas je je vaardigheden toe in de beroepspraktijk.

Goed kunnen rekenen is voor het kunnen uitoefenen van talloze beroepen en het kunnen meedoen in de samenleving van groot belang. In veel beroepen heb je een probleem als je niet goed kunt rekenen. In deze module leer je rekenen op mbo-4-niveau. De volgende vijf onderwerpen worden in deze module behandeld:

1. Grootheden en eenheden
2. Oriëntatie in de twee- en driedimensionale wereld
3. Verhoudingen herkennen en gebruiken
4. Procenten gebruiken
5. Omgaan met kwantitatieve informatie.

Deze module brengt je mondelinge en schriftelijke taalvaardigheid op niveau 3F, het niveau dat hoort bij een MBO 4-opleiding. U werkt aan uw mondelinge taalvaardigheid, leesvaardigheid, schrijfvaardigheid en luistervaardigheid. Ook is er aandacht voor taalverzorging en taalbeschouwing. 

Deze module bereidt u voor op het centraal ontwikkelde examen voor Engels (lezen en luisteren) en op het instellingsexamen voor Engels (spreken, gesprekken voeren en schrijven). U moet aan het eind van de module de onderdelen op onderstaande niveaus beheersen: 

• Lezen B1  
• Luisteren B1  
• Spreken A2 
• Gesprekken voeren A2  
• Schrijven A2 

In deze module leer je de basisvaardigheden van communicatie. Een verzorgende leert effectief communiceren met cliënten, naasten en collega’s. Met deze module leg je de basis voor de andere modules.

In deze module leer je de basisvaardigheden van communicatie. Een verzorgende leert effectief communiceren met cliënten, naasten en collega’s. Met deze module leg je de basis voor de andere modules.

Deze module gaat in op de samenwerking met andere disciplines: wie kom je tegen en hoe werk je samen en welke (technologische) mogelijkheden zijn er om de regie en zelf- en samenredzaamheid van de zorgvrager te versterken. Hoe is de zorg ingericht en op welke manier wordt deze gefinancierd en hoe is de wetgeving voor de zorg geregeld.

De anamnese is ondersteunend aan het bevorderen van zelfredzaamheid. In deze module worden de stappen van het verpleegkundig proces herhaald en verdiep je je in communicatie die ondersteunend is aan het bevorderen van zelfredzaamheid.

In deze praktisch ingestoken module leer je over preventie, voorlichting en veiligheid, en de relatie tussen leefstijl, gezondheid en ziekte. Informatie verzamelen om de gezondheidstoestand en potentiële risico’s op de gezondheidstoestand van de zorgvrager in kaart te brengen staat centraal. Je leert te herkennen en te handelen door voorlichting, advies en instructies te geven aan zorgvragers op verschillende niveaus, uit verschillende culturen, in een ziekenhuis, verpleeghuis of thuiszorg en leert daarbij het handelen te onderbouwen. Ook leer je hoe je met anderen kunt communiceren in crisissituaties en te handelen op basis van klinisch redeneren.

De volgende onderwerpen komen in de module aan bod:

• Relatie tussen gezondheid en welbevinden, positieve gezondheid.
• Vroegsignalering, risico-inschatting, gezondheidsrisico’s en patiëntveiligheid.
• Preventie en voorlichting.
• Branchespecifieke kaders.
• Grensoverschrijdend gedrag, onbegrepen gedrag, agressie en meldcodes.

Tijdens deze module staat de bouw en het functioneren van het menselijk lichaam centraal. Je maakt kennis met medische terminologie en leert de anatomie en fysiologie van het menselijk lichaam beschrijven en begrijpen. Daarnaast worden de meest voorkomende ziektebeelden en aandoeningen behandeld. Van deze ziektebeelden en aandoeningen leer je de symptomen (verschijnselen) en oorzaken te benoemen. Daarnaast leer je de signalen van bekende complicaties te herkennen en kun je een beschrijving geven van de behandelmethodes. Verder leer je meer over gedragsveranderingen bij ziekteverschijnselen en hoe je hier als verpleegkundige goed op kunt reageren. Je leert in de rol van verpleegkundige de juiste begeleiding te bieden en eventueel vervolgstappen te nemen.

Theoretisch en praktisch ingestoken grote module waarbij je alle stappen van zorg en begeleiding doorloopt. Het begint bij het signaleren en volgens verschillen methodes het kunnen observeren van patiënten, om vervolgens een zorgplan op te stellen waarbij de stappen van het monitoren en evalueren worden behandeld. Het bieden van verpleegkundige zorg en begeleiding maken tevens deel uit van deze module, hier ligt de focus op de basiszorg, methodische zorg, en de palliatieve en terminale zorg.

In deze module leer je alles over de voorbehouden en risicovolle handelingen die je nodig hebt in je beroepssituatie. Hierbij kun je denken aan medicijnen toedienen, het inbrengen van een maagsonde en een katheter, het verzorgen van wonden, het verzorgen van een stoma, het geven van zuurstof etc. Je leert ook welke wetgeving vanuit de wet BIG hierbij is vastgesteld en waar je mee te maken krijgt indien een vaardigheid ondeskundig wordt uitgevoerd en de zorgvrager hier gezondheidsrisico's bij oploopt of gezondheidsschade aan ondervindt.

Een ander deel van deze module bestaat uit rekenvaardigheden.

Dit is een theoretische module waarbij je de kennis opdoet om de coördinerende rol uit te voeren. Plannen, samenwerken en gespecialiseerde kennis over rollen, taken, verantwoordelijkheden, wetgeving en financiering komen aan de orde. Ook effectiviteit, delegeren, doelmatigheid en prioriteren komt aan de orde.

Het verpleegkundige vak bestaat uit veel aspecten, waaronder ook het coördineren van zorg. In deze module wordt het coördineren van zorg binnen een team, verschillende soorten zorg en samenwerken behandeld.

Een opsomming van specifieke onderwerpen in deze module:

1. Planning, capaciteit, het organiseren van samenwerkingsverbanden.
2. Effectiviteit, efficiëntie, doelmatigheid.
3. Randvoorwaarden, prioriteren.
4. Organiseren, plannen, teamsamenwerking en -rollen.
5. Consultatie en inschakelen van anderen.
6. Interprofessioneel en multidisciplinair samenwerken.
7. Ketenzorg, wijkzorg en eerstelijnszorg.
8. Gespecialiseerde kennis over rollen en taken van anderen.
9. Gespecialiseerde kennis over wetgeving en financiering.
10. Ethiek.

In deze module doe je branchespecifieke kennis op over verpleeghuizen en thuiszorg. Je leert meer over onder andere de volgende onderwerpen:

• De meest voorkomende ziektebeelden in de vt en de daarbij komende verpleegkundige zorg gericht op de chronische, revaliderende, geriatrische en psychogeriatrische zorgvrager.
• Verschillende vormen van dementie, zoals Alzheimer, Lewy body-dementie en vasculaire dementie, als ziektebeeld met verschillende stadia.
• Methodieken die inzetbaar zijn bij zorgvragers met een vorm van dementie (zoals het ABC-model en het negenstappenplan), kenmerkende gedragingen en gedragsproblematiek (zoals agressie en onbegrepen gedrag).

In deze module leer je meer over de branchespecifieke aspecten van de gehandicaptenzorg. Je leert onder andere over de volgende onderwerpen:

• Specifieke leer- en ondersteuningsbehoeften bij zorgvragers.
• Ontwikkelingsniveaus, het lichamelijk, verstandelijk en zintuiglijk functioneren en het sociaal emotioneel, adaptief en cognitief vermogen van zorgvragers.

Tijdens deze module leer je de branche specifieke kennis voor in het ziekenhuis. Je leert alles over de meest voorkomende ziektebeelden en de daarbij komende verpleegkundige zorg in het ziekenhuis gericht op acute en kortdurende zorg: chirurgische ingreep, onderzoek, behandeling, somatische aandoeningen, bevallingen, ongevallen en trauma.

Tijdens deze module leer je de branchespecifieke kennis voor de geestelijke gezondheidszorg. Dit is vaak een complexe doelgroep, waarbij de zorgvrager zowel geestelijk als lichamelijk klachten en aandoeningen kan hebben. Je leert o.a. meer over de volgende onderwerpen:

• De meest voorkomende ziektebeelden in de ggz en de daarbij komende verpleegkundige zorg gericht op de zorgvrager met psychosociale, psychiatrische of verslavingsproblematiek.
• Transmurale zorg, psychiatrische thuiszorg, psychiatrische crisiszorg thuis, begeleid wonen en beschermde woonvormen.
• Verslavingszorg en forensische zorg.

Bij deze onderwerpen zullen de meest voorkomende doelgroepen in de ggz worden behandeld. Daarbij worden verschillende methodieken toegelicht die je kunt gebruiken in situaties binnen de ggz.

In deze module leer je hoe je kwaliteitszorg toepast en hoe je vanuit kaders werkt. Ook komen beroepsstandaarden en protocollen aan de orde. Verder leer je praktische vaardigheden die je nodig hebt om goed te presteren in je werkomgeving en leer je wat de invloed is van technologische en sociaal-maatschappelijke ontwikkelingen op je werkzaamheden. Ook komt interdisciplinaire samenwerking aan bod. De volgende onderwerpen worden in de module behandeld:

• Beroepsstandaarden, beroepscode en protocollen.
• Kwaliteitszorg en kwaliteitsverbetering.
• Maatschappelijke, technologische en vakinhoudelijke ontwikkelingen.
• Deskundigheid bevorderen.
• Beroepsethiek.
• Interdisciplinaire samenwerking.
• Professionele ontwikkeling.
• Professioneel handelen/professionele houding.

Na het bestuderen van deze module kunt u toekomstgericht en (pro)actief handelen in een steeds sneller veranderende persoonlijke, maatschappelijke en professionele omgeving. U kunt creatieve en innovatieve oplossingen bedenken, voorstellen voor verbetering doen en deze op een overtuigende manier presenteren.

Deze module richt zich op de ontwikkeling van ondernemend gedrag op verschillende niveaus in de eigen beroepsuitoefening en werkomgeving.

In deze module doet u theoretische kennis op over hersenletsel en de impact die dat heeft. Ook leert u over het omgaan, begeleiden en revalideren van mensen met niet-aangeboren hersenletsel.

Deze module is gericht op de samenwerking binnen de eerstelijns- en ketenzorg en de organisatie van de eerstelijns- en ketenzorg.

De technologische ontwikkelingen in de zorg gaan snel en hebben invloed op je werkwijze en handelen als medewerker in de zorg. Door deze ontwikkelingen kan er effectiever en efficiënter zorg worden geleverd. Dat betekent echter wel dat je als medewerker in de zorg om moet kunnen gaan met deze nieuwe technieken. Dit keuzedeel speelt in op deze ontwikkelingen. Je leert in dit keuzedeel meer over zorgtechnologie en welke technologische hulpmiddelen er zijn en hoe je deze op een verantwoorde manier in kan zetten. Ook leer je hoe je het gebruik van de technologische hulpmiddelen bespreekt samen met de cliënt en naasten. Je leert om multidisciplinair samen te werken bij het inzetten van zorgtechnologie en hoe je voorlichting, advies en instructies geeft aan je collega’s over het inzetten en gebruik van technologische hulpmiddelen. Met een certificaat van dit keuzedeel word je breder inzetbaar in de zorg

Met de module Samenwerken met informele zorgverleners leert u de kennis en vaardigheden om de samenwerking met mantelzorgers en vrijwilligers vanuit deskundigheid en betrokkenheid vorm te geven.

Je leert zelfstandig ouderen met psychiatrische problemen in de thuiszorg of in een zorginstelling te helpen. Daarbij herken je gedrag zoals onrust, angst of agressie. Je past de zorg aan als het gedrag van de cliënt verandert. Als het nodig is, zorg je voor rust of schakel je hulp in. Je gaat netjes om met de cliënt en met mensen om de cliënt heen en je werkt volgens de regels en afspraken van de organisatie.

De student begeleidt een cliënt met ernstige meervoudige beperkingen. Hij of zij leert de cliënt goed kennen door te kijken naar gedrag, signalen en reacties. De student biedt activiteiten aan die passen bij wat de cliënt aankan en nodig heeft. Ook stemt de student de zorg af met collega’s, familie en andere betrokkenen. De student zorgt voor duidelijke communicatie, goede samenwerking en werkt op een manier die past bij de cliënt.